absolute aantallen 1.0
Algemene voorbeelden
In de onderstaande tabel worden voor de jaren 1996 tot en met 2001 de cijfers in absolute aantallen en – daaronder – in procenten gegeven voor die bestuursorganen bij wie dit criterium in enig jaar ten minste 50 keer is toegepast.
Relatieve cijfers zeggen namelijk niets over de absolute inspanning. In Duitsland is het aandeel van wiskunde 12 procent, tegen 8 procent in Nederland. Op het eerste gezicht een behoorlijk verschil (in Duitsland ligt het wiskunde-aandeel 50 procent hoger dan in Nederland). Indien de absolute cijfers berekend worden dan verandert dit plaatje behoorlijk. De wiskunde-inspanning van Nederlandse 14-jarigen ligt ongeveer 8 procent lager dan de inspanning van de Duitse pubers (96 respectievelijk 104 uur per jaar).
Tussen 1992 en 1996 stegen de fiscale lasten van 10,4 naar 12,7 procent van de omzet. In absolute cijfers steeg de fiscale factuur van 19 naar 26 miljard frank.
Opvallend is dat Afrika 4,9% vermogenden erbij kreeg, maar dit continent heeft er dan ook slechts honderdduizend. In absolute getallen steeg het aantal vermogenden in Azië het hardst. In één jaar tijd kwamen er bijna 100.000 bij als gevolg van de bloeiende economie in dit werelddeel.